In een grot in de bergen schuilt Stef voor de aanhoudende regen, verdwaald in de mist aan de Spaanse kant van de grens. Hij blikt terug op zijn reis en zijn leven. En hoopt het beste voor de toekomst.
Zijn blik dwaalde af naar de diepe vallei die beneden hem lag. Waar was die verdraaide hond nou toch? Een grauwsluier van regen belemmerde zijn zicht op de kale grijze rotsen en de besneeuwde top van de Monte Perdido. De soep was op en het leek er niet op dat de regen snel zou ophouden. Hij vreesde dat hij de nacht zou moeten doorbrengen in deze kille holte en hij keek rond om te zien of er iets brandbaars was waarmee hij een kampvuurtje aan de gang zou kunnen houden.
(Citaat uit De laatste reis van Stef Lichtveld: Proloog: Gestrand. Lees het hele hoofdstuk hier.)