Vlak bij de prehistorische grot van Pech Merle strijken de twee schatzoekers neer, boven op een klif met uitzicht op Cabrerets.
Het dek van zwarte wolken was niet overgewaaid en hing laag over de vlakte, maar de warmte van de zon was gevangen in het gesteente en de dag weigerde af te koelen. Af en toe hoorden ze het gerommel van onweer heel ver weg, als een onuitgesproken dreigement van de elementen. Onrustig vlogen gierzwaluwen heen en weer in de diepte onder hun voeten.
In de avondschemering doet Xavier een belangwekkende ontdekking – met desastreuze gevolgen.
(Citaat uit De laatste reis van Stef Lichtveld: Deel 2, De schat van Eleanor: Hoofdstuk 21, Eindhalte: Cabrerets. Lees het hoofdstuk hier.)