Dag 26: Richting Polignac

Polignac

Op de laatste etappe voordat hij Le Puy-en-Velay bereikt kijkt Stef terug op de afgelopen maand. Hij inventariseert de valkuilen van de taal en behoefte van de mens om de werkelijkheid te vatten in verhalen. 

Stef moest hardop lachen om de ironie van de gedachte dat hij de afgelopen weken had gepoogd zijn mentale levensweg te vangen in woorden terwijl hij een weg volgde die de naam droeg van een Shakespeariaanse leugenaar en waarvan het niet duidelijk was of de naam van de eindbestemming nu verwees naar de sterren of de aarde. Ging zijn weg nu naar boven of naar beneden, richting Hemel of richting Hel? Dubbelzinnigheden, leugens, projecties, vergissingen, vertaalfouten en constructies: dat waren de bouwstenen van onze werkelijkheid. 

(Citaat uit De laatste reis van Stef Lichtveld: Deel 1, De weg van Jago: Hoofdstuk 23, Het onzekere pad. Lees het hoofdstuk hier.)

Polignac op Google-Maps.

Dag 25: Ruisseau d’Aiguemorte

Le Velay

Om zijn vermeende achtervolgers te misleiden wijkt Stef af van de gebruikelijke pelgrimsroute. Onderweg wordt hij overvallen door een hallucinante koortsdroom.

Hij voelde een zondvloed van machteloos verdriet opwellen, een beklemmend besef van eenzaamheid en het onheilspellende gevoel dat er iets vreselijks stond te gebeuren. Alsof het landschap waarop hij uitkeek ieder moment uiteen kon scheuren. De wereld die ten onder ging aan entropie. Was dit zoals de dood eruit zag? (…) Zijn pad zag hij als een grillige, schimmige krijtstreep over het land, maar zijn zintuigen leken scherper, gevoeliger dan ooit. Kleine details deden pijn aan zijn ogen en oren. Het intens gele korstmos op een stenen brug schitterde in zijn ogen, het fluisterende geruis van een beekje galmde in zijn oren, de terugtrekken voelsprieten van een wijngaardslak in het gras echoden in zijn maag, het geschrokken geritsel van wegschietende dieren in het gebladerte schokten als hoogspanning door zijn hart. De wereld was een caleidoscopische draaikolk van microkosmossen geworden. Overal leven, overal de dood.

Uitgeput valt hij in slaap naast een beekje.

(Citaat uit De laatste reis van Stef Lichtveld: Deel 1, De weg van Jago: Hoofdstuk 22, Een alternatieve route. Lees hier het hele hoofdstuk.)

De Ruisseau d’Aigemorte op Google-Maps.

Dag 23: Op weg naar Montbrison

Het kleine gezelschap loopt verder zuidwaarts en bezoekt een half verborgen kasteeltje. 

“Ik weet niet of we nu te maken hebben met een spookslot of een sprookjeskasteel?”, gaf Matthieu als commentaar. “Wat denk jij Stef? Wie zal er opendoen als we aankloppen? Blauwbaard of Assepoester?”

Luchthartig reageerde Stef dat hij vermoedde dat Graaf Dracula daarbinnen ergens in zijn kist lag te slapen.

Château d’Uzore

Later probeert Stef door gerichte vragen over virussen meer duidelijkheid te krijgen over het mysterie dat hem op zijn reis lijkt te vergezellen.

(Citaat uit De laatste reis van Stef Lichtveld: Deel 1, De weg van Jago: Hoofdstuk 21, Virologie, les 2. Lees het hoofdstuk hier.)

Chalain d’Uzore op Google-Maps.

Dag 22: Montverdun

De volgende dag bereikt Stef met zijn nieuwe reisgenoten Montverdun, waar ze overnachten in een vervallen priorij op een steile rotspunt in het vlakke landschap.

Montverdun

Die hele uiteenzetting over dodelijke virussen had hem aan het denken gezet. Het wierp een heel nieuw licht op de gebeurtenissen bij Vézelay. Had het raadsel van de onbekende dode – en daarmee ook dat van zijn veronderstelde achtervolgers – misschien iets te maken met een gevaarlijke virusziekte?

De volgende ochtend horen ze meer over een besmettelijke griep op de pelgrimsroute. 

(Citaat uit De laatste reis van Stef Lichtveld: Deel 1, De weg van Jago: Hoofdstuk 20, Overnachting in een spookhuis. Hier kun je het hele hoofdstuk lezen.)

Montverdun op Google-Maps.

Dag 21: Pommiers

Pommiers

Op de camping in Pommiers ontmoet Stef een paar oude bekenden. Samen bezoeken ze de plaatselijke bezienswaardigheid: een priorij op de plaats waar de Romeinse keizer Trajanus aan het begin van de tweede eeuw van onze jaartelling een kolonie voor veteranen stichtte. Een van de reisgenoten onthult een schokkend persoonlijk relaas. 

Een schaduw reikte vanuit het westen en veroorzaakte een koude rilling over zijn rug. Wat zag Stephan in die psychedelische Rorschachtest?

Hij vertelt een verhaal over dodelijke virussen.

(Citaat uit De laatste reis van Stef Lichtveld: Deel 1, De weg van Jago: Hoofdstuk 19, Onthullingen in Pommiers. Lees hier het hele hoofdstuk.)

Pommiers op Google-Maps.

Dag 19: Van Noailly naar Saint Romain-la-Motte

Op een boerencamping bij Noailly filosofeert Stef over de Vrije Wil en de Demon van Laplace.

Sinds de opzienbarende neurologische experimenten van Benjamin Libet in de zeventiger jaren van de twintigste eeuw was het bekend dat de bewuste gedachte om een bepaalde handeling te verrichten pas gevormd werd nadat ons brein die beslissing al voor ons genomen had. 

Van zijn Vlaamse vriendinnen ontvangt hij die avond een tekstbericht waarin melding gemaakt wordt van een griep die veel pelgrims op hun route treft. Ze vragen ook of hij nog iets heeft gemerkt van zijn achtervolgers.

Van Charlieu naar Saint Roman la Motte

(Citaat uit De laatste reis van Stef Lichtveld: Deel 1, De weg van Jago: Hoofdstuk 18, Over de Vrije Wil. Lees het hoofdstuk hier.)

Saint Romain-la-Motte op Google-Maps.

Dag 18: Naar Noailly

Terwijl hij zijn voetreis vervolgt denkt Stef verder na over de rol van erfelijke factoren die van invloed zijn op het gedrag van een individu. Daarom richt hij zijn aandacht nog eens op de geschiedenis van zijn familie, op zoek naar aanwijzingen voor erfelijke invloeden op zijn eigen karakter. En hij schetst zijn levensloop vanaf het jaar 2000 en de periode dat hij besloot om spermadonor te worden. Een beslissing die toen samenhing met zijn behoefte aan zingeving, maar die hij nu achteraf niet los kan zien van zijn vragen over nature versus nurture.

In 2009 begon hij aan wat misschien wel de apotheose was van de intellectuele zwerftocht die zijn hele leven had vormgegeven. Het was de tweehonderdste viering van het geboortejaar van zijn held Charles Darwin, honderdvijftig jaar na de eerste publicatie van diens wereldschokkende boek over het ontstaan van de soorten en Stef besloot om biologie te gaan studeren aan de Vrije Universiteit.

(Citaat uit De laatste reis van Stef Lichtveld: Deel 1, De weg van Jago: Hoofdstuk 17, Nature of Nurture? Lees het hoofdstuk hier.)

Noailly op Google-Maps.

Dag 17 [b]: Charlieu

Benedictijnse abdij, Charlieu

Vandaag bezoekt Stef de restanten van twee oude kloosters van Charlieu: de ene Benedictijns, de ander van de Franciscanen. Op zuiltjes worden deugden en ondeugden uitgebeeld met voorstellingen van dieren. Die toedichting van menselijke eigenschappen aan dieren, of vice versa, lijkt hem een opmerkelijke Middeleeuwse verwijzing naar de evolutionaire verwantschap van mens en dier, vijfhonderd jaar vòòr Darwin. Wat hem aan het denken zet over de dierlijke wortels van het menselijk gedrag. 

Franciscaner abdij, Charlieu

Afbeeldingen van beesten waren in overvloed aanwezig op de christelijke monumenten van Charlieu. (…) Dit was bedoeld om de monniken aan te moedigen tot bespiegelingen over de menselijke natuur. (…) Het beeldhouwwerk had een sierlijke eenvoud met heldere vormen, waardoor de boodschap voor de goede verstaander ondubbelzinnig moet zijn geweest: taaloverschrijdend als de pictogrammen die in onze tijd de reiziger wegwijs maken op een vliegveld. 

(Citaat uit De laatste reis van Stef Lichtveld: Deel 1, De weg van Jago: Hoofdstuk 16, De Natuurlijke Mens. Lees het hoofdstuk hier.)

Charlieu op Google-Maps.

Dag 17 [a]: Charlieu

Na de middelbare school zwalkt Stef door het leven. Hij volgt uiteenlopende opleidingen en heeft verschillende baantjes waarin hij altijd mogelijkheden vindt om nieuwe dingen te leren over het leven, de mensheid en zichzelf. Hij was tekenleraar, kinderverzorger, geschiedenisstudent en theatermedewerker. Hij woont een paar jaar in Groningen, verblijft een tijd in de Verenigde Staten en reist een half jaar door Zuidoost Azië.

Bij Connie Palmen las hij dat volgens haar het geluk de prijs is die je betaalt voor inzicht en zelfkennis en Salman Rushdie schreef in zijn meeslepende boek De grond onder haar voeten ook dat ‘zij die uit de lijst stappen de enigen zijn die het hele beeld zien’. (…) Geen geluk, wel inzicht. Moest dat dan de conclusie zijn van zijn levenslange onderzoek?

(Citaat uit De laatste reis van Stef Lichtveld: Deel 1, De weg van Jago: Hoofdstuk 15, Constructie van een wereldbeeld. Lees het hele hoofdstuk hier.)

Charlieu op Google-Maps.

Dag 16 [b]: Charlieu

Het laatste stuk van zijn wandeling naar Charlieu laat Stef zijn eigen kindertijd de revue passeren. Ze verhuizen, op zijn vijfde, van zijn kleine geboortedorp naar een grootsteedse nieuwbouwwijk waar niet veel later de welvaart en opwinding van de Zestiger Jaren losbarstte. ’s Avonds maakt hij een toeristisch wandelingetje naar het middeleeuwse centrum van het Franse provinciestadje. 

Het Lam Gods, Charlieu.

De open ruimte van het plein werd gedomineerd door de restanten van de vroegere kloosterkerk die achter een smeedijzeren hekwerk in een grasveldje naast het pad lagen. Zelden had Stef een plek gezien waar een afwezig bouwwerk zò tastbaar was als hier, alsof het verdwenen gebouw een perfectie voetafdruk had achtergelaten.

Later die avond keren zijn gedachten terug naar zijn jeugd en middelbare schooltijd. Hij vervreemdde van zijn ouders en omarmde gretig de jongerencultuur van de vroege zeventiger jaren.

Het Amsterdamse Bos, 1972.

(Citaat uit De laatste reis van Stef Lichtveld: Deel 1, De weg van Jago: Hoofdstuk 14, Reconstructie van een jeugd. Lees het hoofdstuk hier.)

Charlieu op Google-Maps.

Dag 16 [a]: Op weg naar Charlieu

Xavier en Stef vervolgen ieder hun eigen weg. Stef laat het Beaujolais-gebergte achter zich en denkt onder het lopen met de nodige twijfel terug aan het betoog over relaties dat hij de vorige avond zo zelfverzekerd had afgestoken. 

Sinds zijn jeugd heeft hij geprobeerd om zijn emotionele mankementen te begrijpen door zijn achtergrond en vorming kritisch onder de loep te nemen. Zijn aandacht ging daarbij in de eerste plaats naar de geschiedenis van zijn ouders, maar wat hij wist over hùn voorouders en leefomstandigheden verdiende ook een plaats in het verhaal over zijn afkomst.

De beide families hadden tot na de Tweede Wereldoorlog een materieel karig en geestelijk ondervoed, onzeker bestaan geleid als kleine zelfstandigen en landarbeiders in de marge van een grotendeels agrarische negentiende-eeuwse wereld van respectievelijk katholieke veenboeren en gereformeerde akkerbouwers.

(Citaat uit De laatste reis van Stef Lichtveld: Deel 1, De weg van Jago: Hoofdstuk 13, Een beknopte familiegeschiedenis. Lees het hoofdstuk hier.)

Charlieu op Google-Maps.

Dag 15 [b]: Propières

Propières

Deze avond kamperen de twee trekkers op een kleine verlaten camping bij Propières. Door een spontane bekentenis over zijn moeizame liefdesleven krijgt Stef de gelegenheid om in een langdradig betoog zijn theorie over relaties uiteen te zetten. Die komt erop neer dat mensen zich aangetrokken voelen tot verwante zielen die in psychologisch opzicht op henzelf lijken, maar elkaar daarnaast aanvullen in hun gedrag. Daarin worden we fundamenteel gevormd door onze genen en het voorbeeld van onze ouders op een manier waarvan we ons over het algemeen weinig bewust zijn en waarop we ook weinig grip hebben. Hij is van mening dat er ook eigenlijk geen sprake is van een vrije keuze voor onze partner, maar dat we als het ware geprogrammeerd zijn om te vallen voor iemand die emotionele gelijkenis vertoont met onze opvoeder(s).

Xavier onderdrukte een geeuw. “Nou, dat was een hele uiteenzetting. Ik moet je zeggen dat je allerlei interessante verbanden legt, maar ik weet eerlijk gezegd niet goed wat ik ervan moet denken.” Hij porde wat met een weggesprongen twijgje in het vuurtje. “Ik heb de indruk dat je een heel complex bouwwerk van ideeën hebt geconstrueerd om je eigen relatieproblemen te verklaren. De praktische vraag die nu in me opkomt is of je er verder iets mee kunt aanvangen. Denk je zelf dat het je verder kan helpen met je eigen liefdesleven?”

(Citaat uit De laatste reis van Stef Lichtveld: Deel 1, De weg van Jago: Hoofdstuk 12, Een theorie over relaties. Lees het hoofdstuk hier.)

Propières op Google-Maps.

Dag 15 [a]: Mont Saint-Rigaud

Kapiteel in Ouroux.

Onderweg komt Stef de geheimzinnige Xavier weer tegen. Stef probeert er achter te komen wat de man werkelijk beweegt en informeert naar diens belangstelling voor Eleanor en haar tijdgenoten. Xavier beweert te onderzoeken in hoeverre de moderne wandelroutes overeenkomen met de oorspronkelijke middeleeuwse pelgrimsweg naar Santiago de Compostella.

“Als ik heel cynisch ben,” zei Stef, “dan denk ik dat de spirituele aantrekkingskracht van de pelgrimage tegenwoordig wordt ingezet als uithangbord voor de middenstand van de kleine afgelegen plaatsjes waar de route doorheen voert.”

Ze komen te spreken over de gevaren van de pelgrimsweg in de middeleeuwen en de verdwijning van een groepje monniken uit Cluny.

Uitkijktoren op Mont Saint-Rigaud.

(Citaat uit De laatste reis van Stef Lichtveld: Deel 1, De weg van Jago: Hoofdstuk 11, Middeleeuwse vergezichten. Lees het hele hoofdstuk hier.)

Mont Saint-Rigaud op Google-Maps.

Dag 14: Ouroux

Deze avond ontmoet Stef in een gîte d’étape te Ouroux een bont gezelschap van wandelaars met wie hij de maaltijd deelt. Hij vertelt meer over de kruistocht van Eleanor van Aquitanië en haar echtgenoot, koning Louis VII van Frankrijk. Een Frans-Canadees van Vietnamese afkomst toont een bijzondere belangstelling voor deze geschiedenis. 

Hij had de stellige indruk dat er meer school achter de belangstelling die Xavier had getoond voor Eleanor. De Vietnamees maakte beslist een sympathieke indruk, maar Stef kon niet geloven dat hij een gewone pelgrim was. Toch leek hij ook niet op de gemiddelde sportieve wandelaar. Er was bepaald iets geheimzinnigs aan de man. 

Graftombes van Eleanor van Aquitanië en haar tweede echtgenoot, koning Hendrik II van Engeland, in Fontevrault.

(Citaat uit De laatste reis van Stef Lichtveld: Deel 1, De weg van Jago: Hoofdstuk 10, Avondmaaltijd in een gîte d’étape. Lees het hele hoofdstuk hier.)

Ouroux op Google-Maps.

Dag 13: Cluny

Hoe inhoudslozer de mededelingen, hoe belangrijker de rol van de subtekst leek te zijn en de verborgen gevoelens die schuilgingen achter de gesproken woorden.

Dat concludeert Stef naar aanleiding van het rare gesprek dat hij de vorige avond had in het restaurant. Vandaar zijn belangstelling voor non-verbale signalen in de menselijke communicatie. We zijn ons vaak niet bewust van de gevoelens die we tonen in subtiele fysieke expressies. Waarzeggers en illusionisten gebruiken dit voor hun praktijken. En er is altijd een stemmetje in ons hoofd dat ons verhaaltjes wijsmaakt over ons gedrag en motivaties.  

Tijdens zijn bezoek aan de fameuze abdij van Cluny ontvangt hij een verontrustend SMS-berichtje van de twee Vlaamse vriendinnen. Het lijkt erop dat die ongure types uit Vézelay nu op zoek zijn naar hem.

(Citaat uit De laatste reis van Stef Lichtveld: Deel 1, De weg van Jago: Hoofdstuk 9, Kwebbeldoos. Lees het hele hoofdstuk hier.)

Cluny op Google-Maps.

Dag 12 [b]: Cluny

’s Avonds raakt Stef in een restaurant aan de praat met enkele landgenoten die in Bourgondië wonen. Een paar oprechte vragen van zijn kant leiden tot een overdreven defensieve reactie en zelfs passief-agressief gedrag.

Het was duidelijk dat Inge geen prijs stelde op een onderbreking van haar kortademige alleenspraak. Haar manier van reageren deed hem vermoeden dat ze eigenlijk maar wat raaskalde en dat het er haar vooral om ging om een bepaalde indruk te maken op haar gehoor. Dat ze een vrouw van de wereld was met de nodige culturele bagage. Het had er alle schijn van dat een dergelijk zelfbeeld een uiterst smalle basis had en dat een beetje kritisch doorvragen dat al snel aan het licht zou brengen. 

Stef waagt zich aan een psychologische verklaring voor het ‘inconsistente geblaat’ van zijn gezelschap. 

(Citaat uit De laatste reis van Stef Lichtveld: Deel 1, De weg van Jago: Hoofdstuk 8, Een avond in Cluny. Lees het hele hoofdstuk hier.)

Cluny op Google-Maps.

Dag 12 [a]: Op weg naar Cluny

De laatste etappe naar Cluny loopt Stef samen met een aankomend priester uit Polen. Die jongeman weet hem veel te vertellen over de obscure heiligen waar de plaatsjes naar vernoemd zijn die hij de afgelopen dagen passeerde, zoals Saint-Symphorien, Saint-Eusèbe en Saint-Gengoux. Op zijn beurt steekt Stef een betoog af over de overeenkomsten die hij ziet tussen christelijke martelaren en gevallen rocksterren van de zestiger jaren die overleden aan een overdosis van sex & drugs & rock ‘n’ roll

“Hm”, antwoordde de aankomende priester enigszins geprikkeld, “maar het lijkt me toch dat de martelaren hun leven gaven voor een principe – hun christelijke ideaal – en de dood vonden door het toedoen van heidenen, meestal vertegenwoordigers van het rijk dat ook verantwoordelijk was voor de dood van onze Heiland, Jezus Christus. Daarentegen lieten de hippies die u noemt het leven door hun eigen bandeloosheid en gebrek aan zelfbeheersing. Dat lijkt me nogal een groot verschil.”

Waarop Stef een uiteenzetting begint over de clichés van de door hem zelf zo bewonderde Zestiger Jaren.

(Citaat uit De laatste reis van Stef Lichtveld: Deel 1, De weg van Jago: Hoofdstuk 7, Over heiligen en hippies. Lees het hele hoofdstuk hier.)

Cluny op Google-Maps.

Dag 8: Autun

Romeins theater en wachtershuisje in Autun. Op de achtergrond de afvalbergen van de Autunietmijnen.

Er zijn vele restanten van het Romeinse Rijk te zien in de Bourgondische hoofdstad Autun. De Romeinse bezetters van Gallië dwongen de oorspronkelijke bewoners van Bibracte te verhuizen naar deze nieuwe stad, die ze Augustodunum noemden. Dat was ter ere van de erfgenaam van Caesar die onder de naam Augustus de eerste keizer van het rijk werd. Het moest een toonbeeld van Romeinse glorie en vooruitgang worden, een Romeinse Brave New World, waar de nieuwe Gallische onderdanen leerden als ‘beschaafde’ Romeinen te leven. 

Wie er oog voor had, kon verspreid over de stad overal restanten uit de antieke tijd aantreffen. Ze leken op te schieten uit de bodem, dwars door de verschillende bouwlagen die de tijd als een geologische stratificatie had opgestapeld. De plaats bood op die manier een tastbare illustratie van een grootschalige cyclus van verval, ondergang en wedergeboorte. 

(Citaat uit De laatste reis van Stef Lichtveld: Deel 1, De weg van Jago: Hoofdstuk 6, Augustodunum. Lees het hele hoofdstuk hier.)

Autun op Google-Maps.

Dag 6 [b]: Aan de voet van Mont Beuvray

Zijn Franse gastheer blijkt een aangename tafelgenoot die veel weet over de geschiedenis van Bibracte. Bij het vuur van een barbecue raken ze aan de praat over de wijze waarop historici in de loop der tijd de ondergang van beschavingen hebben beschreven.  

“Een natuurramp zoals een inslaande meteoriet kun je niet zien aankomen. Daar kun je dus ook niets aan doen, behalve je als samenleving in algemene zin voor te bereiden op het onverwachte. Maar hoe constateer je een geleidelijk proces van neergang? Het is als die analogie van de kikkers in water dat langzaam aan de kook gebracht wordt. Als je een kikker in heet water doet dan zal die eruit willen springen, maar ze zeggen dat wanneer je ‘m in koud water zet dat je langzaam en geleidelijk opwarmt hij er niets van zal merken en rustig blijven zitten tot hij gaar gestoofd is. En dan, stel dat de neerwaartse ontwikkeling wel algemeen wordt onderkend, hoe mobiliseer je de wil en de middelen om dat proces te keren? En is dat überhaupt wel mogelijk?”

(Citaat uit De laatste reis van Stef Lichtveld: Deel 1, De weg van Jago: Hoofdstuk 5, Apocalyptische scenario’s. Lees het hele hoofdstuk hier.)

Mont Beuvray/Bibracte on Google-Maps.

Dag 6 [a]: Bibracte

Bibracte: Hier bracht Caesar de winter door, nadat hij de Galliërs onder leiding van Vercingetorix in 52 BC had verslagen bij Gergovia en Alesia. Na zijn voetreis door de Morvan is Stef Lichtveld aangekomen op de oude heuvelvesting waar de Romeinse veldheer zijn verslag over de Gallische oorlogen schreef. 

Monument voor Caesar op Mont Beuvray.

Die periode bood weliswaar een fascinerend geschiedkundig verhaal over de geboorte van het Romeinse Keizerrijk, toch had juist de ondergang van het westelijk deel van dat rijk bijna 500 jaar na Caesar de speciale belangstelling van Stef. Het intrigeerde hem dat zijn eigen moderne westerse beschaving was ontstaan op de puinhopen van een machtig duizendjarig rijk waarvan het laatste restant pas zeshonderd jaar geleden was verdwenen toen Constantinopel werd veroverd door de Turken.

Dat geeft aanleiding tot mijmeringen over de ondergang van beschavingen in het algemeen en sombere speculaties over de westerse wereld waarin hij opgegroeid was. Zijn gedachten worden onderbroken door de verschijning van een excentrieke Fransman die hem uitnodigt om die avond bij hem te komen dineren. 

(Citaat uit De laatste reis van Stef Lichtveld: Deel 1, De weg van Jago: Hoofdstuk 4, Mont Beuvray. Lees het hele hoofdstuk hier.)

Mont Beuvray/Bibracte on Google-Maps.

Dag 2: In Vézelay

Stef kan zijn tocht pas vervolgen als hij zijn paspoort terug heeft. Maar hij moest zijn identiteitsbewijs inleveren bij de gendarme die aanwezig was bij het afvoeren van de zieke man die hij de vorige dag had gevonden. Op de plaatselijke politiepost hoort hij dat hij zijn document pas die middag kan ophalen, omdat het nog op het politiebureau in Avallon ligt. Hij moet zich dus nog even zien te vermaken voordat hij verder kan. Teleurgesteld en nerveus loopt hij ter afleiding naar een nabijgelegen plaatsje om een ruïne uit de Romeinse tijd te bezoeken. 

Vézelay skyline

Dus liep hij niet veel later in oostelijke richting over een heuvelrug langs goudgele graanvelden die links van hem omlaag liepen naar een kleine vallei met wijngaarden. Daarachter staken de witte rotsen en muren van Vézelay, als onderaardse knekels die het landschap vorm gaven, omhoog door de groene huid van bos en veld. De rode daken van het stadje deden Stef daardoor denken aan opwellend bloed. De schilderachtige pelgrimsplaats stond als een open wond in het natuurlijke landschap met de spitse kerktorens als een doornenkroon. Het was een bizar beeld dat kwam bovendrijven in zijn geagiteerde hoofd.

Die middag hoort hij op de politiepost tot zijn schrik dat de zieke man van de vorige dag, een Duitser, overleden is in het ziekenhuis. 

(Citaat uit De laatste reis van Stef Lichtveld: Deel 1, De weg van Jago: Hoofdstuk 3, Ongewenst oponthoud. Lees het hele hoofdstuk hier.)

Dag 1 [b]: In Vézelay

Basiliek van Ste. Marie-Madeleine in Vézelay.

In Vézelay maakt Stef kennis met twee Vlaamse vrouwen waarmee hij samen de oude bedevaartplaats bezichtigt. In de kathedraal vertelt hij over Eleanor van Aquitanië, die aanwezig was toen Bernard van Clairveaux daar in 1146 zijn oproep deed voor de Tweede Kruistocht naar Jeruzalem.

“Er is een kroniekschrijver die meldt dat Eleanor en haar hofdames, na het afleggen van de belofte om op kruisvaart te gaan naar het Heilige Land, zich hulden in witte gewaden, getooid met rode kruizen en zwaaiend met banieren en zwaarden als de mythologische koningin Penthesilea en haar Amazones te paard door de menigte galoppeerden om de aanwezige ridders en edelen op te roepen hun voorbeeld te volgen…”

Wanneer ze later op een terras zitten worden zijn nieuwe vriendinnen aangesproken door twee ongure types die op zoek zijn naar een vermiste vriend. Geschrokken vraagt Stef zich af of dat de onbekende zieke betreft die hij die ochtend had gevonden.

(Citaat uit De laatste reis van Stef Lichtveld: Deel 1, De weg van Jago: Hoofdstuk 2, Ontmoetingen in Vézelay. Lees het hele hoofdstuk hier.)

Vézelay on Google-Maps

Dag 1 [a]: Op weg naar Vézelay

Een maand geleden is Stef Lichtveld te voet vertrokken uit Nederland. Nu nadert hij Vézelay. Vanaf daar wil hij één van de pelgrimspaden naar Santiago de Compostella volgen, via Le Puy-en-Velay. 

Bourgondisch landschap

In de buurt van Joux-la-Ville brak die ochtend de zon eindelijk door. Dat was bijzonder toepasselijk want kort daarvoor was hij de A6, de Autoroute du Soleil, gepasseerd over een viaductje. Een symbolische grens misschien? De snelweg vormde een haastige dissonant in het gemoedelijke Franse landschap, dat met zijn schilderachtige dorpjes, vervallen kastelen en historische kerkjes soms op één groot openluchtmuseum leek. Dit was niet het Frankrijk van elegante vrouwen, haute couture en nouvelle cuisine, maar het land van plompe boerenvrouwen die landbouwtractoren bestuurden alsof het boodschappenwagentjes waren en hun man en kinderen rijke vette maaltijden voorzetten.

Hij mijmert over zijn plannen en zijn motivatie om deze trektocht te ondernemen. Als hij een pauze neemt om te lunchen, treft hij langs de weg een doodzieke man aan. Deze is er zo slecht aan toe dat hij niet kan praten. Terwijl hij wacht op de komst van een ambulance, ontfermt hij zich over een onheilspellend voorwerp dat naast de zieke in het gras ligt. Dat betreurt hij onmiddellijk wanneer ook de politie ter plaatse verschijnt. 

(Citaat uit De laatste reis van Stef Lichtveld, Deel 1, De weg van Jago: Hoofdstuk 1, Een onverwachte onderbreking. Lees het hele hoofdstuk hier.)